SEFOCAM

Vereffeningen

Hoe en wanneer wordt het aanvullend pensioen uitgekeerd? 

 

De aangeslotene zelf, of in voorkomend geval diens begunstigde(n) bij overlijden vóór uitkering van het aanvullend pensioen heeft/hebben het recht om het aanvullend pensioen uitbetaald te krijgen in de vorm van een eenmalig kapitaal, of in de vorm van een jaarlijks levenslange rente.
Om het aanvullend pensioen uitbetaald te krijgen in rente dient de bruto jaarrente meer dan 500 euro (geïndexeerd) te bedragen. 

 

De solidariteitswaarborg ingeval van overlijden wordt steeds in kapitaal uitgekeerd.

 

Binnen de vijf werkdagen na ontvangst van het volledige dossier krijgt de aangeslotene of diens begunstigde(n) bij voortijdig overlijden een voorschot uitbetaald op het aanvullend pensioen en dat op basis van de beschikbare prestaties op het ogenblik van indiening.
Een eventueel resterend saldo van het aanvullend pensioen wordt uitgekeerd in de loop van de maand september van het jaar volgend op de datum waarop de aanmelding gebeurde.

 

Welke (para-)fiscale bedragen heft men op het aanvullend pensioen?

 

Bij een uitkering in kapitaal en dat conform de huidige wetgeving worden volgende inhoudingen op het aanvullend pensioen gedaan:

  • een Riziv-bijdrage van 3,55% (op het totale kapitaal en de winstdeelnames);
  • een solidariteitsbijdrage die varieert van 0% tot 2%, afhankelijk van de hoogte van het pensioenkapitaal;
  • in de personenbelasting wordt het pensioenkapitaal (verminderd met de Riziv-inhouding en de solidariteitsbijdrage) belast aan een tarief van ofwel 20,19%, 18,17%16,66%, ofwel 10,09%;
  • de winstdeling wordt in de personenbelasting niet belast.

Later bij de aangifte van de personenbelasting is er nog een gemeentebelasting verschuldigd die verschilt van gemeente tot gemeente, maar gemiddeld 7% bedraagt. Om die aangifte te voltrekken, ontvangt men in het jaar NA de uitbetaling van het aanvullend pensioen (zowel na de betaling van het voorschot als na de uitbetaling van het saldo) een fiscale fiche 281.11.         

 

Verkiest men, indien mogelijk, een jaarlijks levenslange rente, dan komt er bovenop de hierboven vermelde bedragen nog een kleine belasting bij. Die belasting bedraagt jaarlijks 15% van 3% van het netto aanvullend pensioenkapitaal. Dat bedrag betaalt men via de aangifte in de personenbelasting. In voorkomend geval ontvangt men in het eerste jaar van Sefoplus OFP een fiscale fiche.

 

Globaal genomen mag men ervan uitgaan dat men van het pensioenkapitaal ongeveer 80% zal overhouden.

 

Tarieven bedrijfsvoorheffing voor uitkeringen vanaf 01/01/2019:

 
 VEREFFENINGSREDENEN
  Leeftijd op moment van ontstaan van vereffeningsreden
SWT statuut
Pensionering
  60 jaar
20,19%
16,66% of 10,09% (1)
  61 jaar
18,17%
16,66% of 10,09% (1)
  62 jaar
16,66%
16,66% of 10,09% (1)
  63 jaar
16,66%
16,66% of 10,09% (1)
  64 jaar
16,66%
16,66% of 10,09% (1)
  65 jaar en ouder
16,66%
16,66% of 10,09% (1)

 

  (1)
Normale tarief: 
Het normale tarief bedraagt 16,66%
 
    Gunsttarief:

Het gunsttarief van 10,09% kan worden toegekend wanneer de aangeslotene:

 
      Effectief actief is gebleven tot op datum van pensioen
 
       EN  
      65 jaar oud is op moment van pensioen
of

    jonger is dan 65 jaar op moment van pensioen mits opbouw van een

loopbaan van minstens 45 jaar

 
       
       
         

  

Welke (para-)fiscale bedragen heft men op het OVERLIJDENSKAPITAAL?

 

Bij een uitkering van het overlijdenskapitaal en dat conform de huidige wetgeving worden volgende inhoudingen gedaan:

  • een Riziv-bijdrage van 3,55% (op het totale kapitaal en de winstdeelnames);
  • een solidariteitsbijdrage die varieert van 0% tot 2%, afhankelijk van de hoogte van het overlijdenskapitaal;
  • in de personenbelasting wordt het overlijdenskapitaal (verminderd met de Riziv-inhouding en de solidariteitsbijdrage)belast aan een tarief van ofwel 16,66%, ofwel 10,09%;
  • de winstdeling wordt in de personenbelasting niet belast.

 

Op niveau van de belastingsaangifte:

Van de aan de begunstigde(n) betaalde kapita(a)l(en) moet de pensioeninstelling aangifte doen bij de Administratie van de Registratie en Domeinen. Deze aangifte is noodzakelijk voor de bepaling van de erop verschuldigde gemeentebelasting. Deze belasting is afhankelijk van de gemeente waar de begunstigde(n) wo(o)n(t)(en).

Het jaar volgend op de vereffening stuurt de pensioeninstelling een fiscale fiche 281.11 toe aan de begunstigde(n) van het overlijdenskapitaal. Met deze fiscale fiche dient de belastingsaangifte te worden ingevuld.

 

Op niveau van de successierechten:

Indien het aanvullend pensioen vereffend werd naar aanleiding van een overlijden zijn er geen successierechten verschuldigd wanneer de begunstigde(n) de weduw(e)(naar) is of de kinderen jonger dan 21 jaar. In alle andere gevallen dienen aldus successierechten te worden betaald volgens de percentages die in de verblijfsregio van de overledene van kracht zijn.

De vrijstelling van successierechten in hoofde van de weduw(e)(naar) of de kinderen jonger dan 21 jaar is van toepassing gezien de aangeslotene bij de waarborg overlijden een verplichte aansluiting kent in het kader van een groepsverzekeringsplan.